DOEK Festival #11 May 1 – 5 2013
[one_half]
DOEK Festival #11 is over for this year! It was the biggest festival we’ve ever hosted, taking place over 6 days in 8 venues with more than 50 artists from all over the world, and featuring concerts, a film night, performances for children and a bike tour.
Thanks to everyone who came along – we hope to see you again next year, or at other DOEK events.
[/one_half]
[one_half_last]
Big thanks to: SOTU for their collaboration, Maarten Luther Kerk for technical support, Amsterdam Fonds voor de Kunst, SNS Reaal Fonds, and Fonds Podium Kunsten for financial support, and all the staff and volunteers at the venues – OT301, De Slang, Bimhuis, Valreep, Plantagedok, Delicatessen, Vondelbunker and OCCII.
And last but not least – thanks to all the performers!
[/one_half_last]
We’ve had a lot of great press coverage of the festival so check it out here…
Draai om je oren – Ken Vos
Draai om je oren – Jacques Los (photos Maarten Jan Rieder)
Enola – Guy Peters (photos Geert Vandepoele)
Jazzenzo – Jan Jasper Tamboer (photos Charlie Crooijmans)
Volkskrant – Tim Sprangers
Photos from:
Maarten Jan Rieder
Maarten Kerkhof
Geert Vandepoele
Jaïr Tchong brought the Amsterdam Real Book Fietstour to life:
Are we there yet?
Onder intimi loop ik altijd te gillen dat Rotterdam zoveel spannender dan Amsterdam is, want in Amsterdam is immers alles zo aangeharkt en ingedeeld. Gistermiddag zag ik tussen 16u en 19u op drie plekken het onomstotelijke bewijs dat mijn -inmiddels ietwat mottige- conversation starter toe is aan enige herziening. De laatste dag van het Doek Festival (internationaal improvisatie festival) bood de Amsterdam Real Book Fietstour: drie concerten op drie verschillende lokaties die alledrie rafelen als een malle: Plantagedok, Valreep en Delicatessen. Het is heel verleidelijk om hier nu de adressen erbij te tikken, maar dat doe ik nou eens lekker niet: go and ye shall find!
I
Cor Fuhler (piano), Jasper Stadhouders (gitaar), Felicity Provan (trompet)
Akoestisch klankonderzoek in een lege witte ruimte. Goed om het hoofd even leeg te maken van alledaagse gedachten. Eén bijzonder mooi moment deed me denken aan Sonic Youth, en dan met name de hele vroege Sonic Youth (die leipe Glenn Branca-style gitaarexercities, van voor het moment waarop ze Beatles 2.0 liedjes gingen maken). Opmerkelijk genoeg niet vanwege de gitaar, maar vanwege het gerommel in het inwendige van de vleugel, een intens gepingel waarmee Cor Fuhler aan zijn instrument ragfijne, clavecimbelachtige klanken weet te ontlokken.
II
Tobias Delius (tenorsax), John Dikeman (tenorsax), Eric Boeren (cornet), Thomas Johansson (trompet), Wolter Wierbos (trombone), Mats Äleklint (trombone), Jon Rune Strøm (contrabas), Tollef Østvang (drums)
Eerbetoon aan de onlangs overleden Sean Bergin: diens composities hernomen door een stel jonge Noorse honden, in combinatie met wat gekende Amsterdamse krachten uit de jazz/improhoek. Een bezielde samenklank die swingt als een gek en eens te meer de vraag opwerpt waarom dit soort jazz toch zo’n hermetisch imago heeft. Af en toe wat monumentale ontwrichtingen en ontsporingen, maar verder toch een bijna lindy hopwaardige dansgroove, en vooral heel veel soul in het koper. Twee mooie momenten: de jonge, Noorse trombonist Mats Äleklint (die overigens meer als Philip Seymour Hoffman oogt dan PSH himself) begint verlegen met een solo die ineens als een vulkaan op stoom komt en de kleine ruimte in een brommende kopergloed zet. Moment twee: Dudu (eerbetoon van Sean aan de Zuid-Afrikaanse saxofonist Dudu Pukwana?), waarin Delius machtig mooi en met onwaarschijnlijk veel soul speelt. Zowiezo een genot om te zien, die Delius. Alsof er eerst De Klank is, waaromheen de fysieke verschijning Delius dan maar zijn lijf besluit te vouwen. Al dansend. Puur genot, dit concert. De samenklank van de Noren en Amsterdammers is maar in één woord uit te drukken: beefy. Eén minpuntje: door al dat koper in een kleine ruimte bleef de contrabas vaak onhoorbaar, enige milde versterking aldaar had wonderen gedaan.
III
Tristan Honsinger (cello), Yedo Gibson (rieten), Harald Austbø (cello), Oscar Jan Hoogland (piano), Mikael Szafirowski (gitaar), Marcos Baggiani (slagwerk)
Een concert als een roman, of liever: als een surrealistisch pamflet. ICP Orchestra, maar dan van nu. Honsinger voelt zich overduidelijk op zijn gemak tussen deze jongere generatie. Prachtig moment: na een stevig kwartier van totale ontregeling, die het hoofd van de luisteraar danig op zijn kop zet, kerft Honsinger met de precisie van een CERN-ingenieur ineens een lyrische, klassieke passage in het betoog van zijn collega. Onvoorbereid vanwege de voorgaande herrie komt dit soort lyriek nog harder binnen: prachtig, prachtig. Het surrealistisch pamflet is niet beter te beschrijven dan de bondige promotekst in het programmaboekje van Doek Festival 2013: ‘No eggs. Impossible!’
So where’s the goat?
Voor €15 drie uiterst gemoedsbevorderende concerten, plus voor nog eens €7,50 een prima biomaaltijd bij Plantagedok. Beste Bevrijdingsdag in jaren, in de rafelrand van Amsterdam!